Pioniers Magazine jan/febr/maart 2017 Thema: Nieuw Leiderschap | Page 81

Mannen gaan buitenshuis werken, trekken naar de steden. Getrouwde vrouwen blijven achter bij de kinderen. Ongehuwde vrouwen doen hun best om in de smaak te vallen bij welvarende mannen die kunnen zorgen voor gezond en sterk nageslacht. Als gevolg hiervan ontstaat er een concurrentiestrijd tussen vrouwen onderling. Deze historische culturele ontwikkelingen, die ik hier globaal schets, hebben hun sporen nagelaten en beïnvloeden ons elke dag opnieuw. We hebben daar vaak geen erg in. Vrijwel iedere vrouw identificeert zich, door onze gezamenlijke historie, met de rol van moeder of minnares. We hebben hierdoor twee sterke basisbehoeften: de behoefte om nodig te zijn en de behoefte om begeerd te worden. Een groot deel van onze acties wordt door deze twee behoeften bepaald. Als het gaat over concurrentie is vooral de behoefte om begeerd te worden aan de orde, dus de oude seksuele rol van minnares.

Het topje van de ijsberg

Ik zie het niet alleen terug in mijn werk en in andere gebieden van mijn leven. Ik  betrap mijzelf er vaak op dat ik me wanneer ik een andere vrouw zie, afmeet aan haar, aan haar uiterlijk, aan haar positie of aan haar intelligentie. Dan weet ik waar ik sta ten opzichte van haar. Bewust of onbewust gaan we de competitie aan. Dit gedrag is feitelijk ontstaan in de tijd dat we de beste man wilden vinden voor het beste nageslacht en vrouwen elkaars concurrent werden. Het is vanuit deze zienswijze niet vreemd dat vrouwen elkaar in de gaten houden op het werk, roddelen en strijd en competitie aangaan. Dit kan makkelijk leiden tot samenwerkings-problemen in organisaties. Vanuit leiderschapsrollen heb ik het zelf ook vaak meegemaakt: vrouwelijke managers die, om dingen gedaan te krijgen, flirten met hun collega’s of leidinggevenden om iets gedaan te krijgen en bewust niet samenwerken met vrouwelijke collega’s maar juist de beste willen zijn. De concurrentiestrijd die in onze huidige tijd nog steeds aan de orde van de dag is, stamt dus uit oude tijden. De identificatie met de oude rollen is het dieperliggende probleem dat ten grondslag ligt aan jaloezie en concurrentiestrijd tussen vrouwen. Wil je dat er een cultuur ontstaat van meer ondersteunend gedrag, dan is het belangrijk om je bewust te worden van deze collectieve culturele conditioneringen.

Vaak denken we dat jaloezie ontstaat omdat we onzeker zijn als persoon. Daar zal elke psycholoog het over eens zijn. Je kunt daar dan aan werken, in therapie gaan en als je geluk hebt los je daarmee een deel op. Als je dat doet, los je helaas maar het topje van de ijsberg op. De historische, sociale context verdwijnt niet en deze is vele malen groter dan die van je eigen persoonlijke ik en je mogelijkheden die je hebt. Dat is de ijsberg die onder de oppervlakte ligt. We hebben de identificatie met oude rollen geërfd van onze voorouders en dat is zo doorgegeven dat het in onze genen lijkt te zitten. Daarbij komt dat we geneigd zijn om alles op onszelf te betrekken. Dat is de culturele context en gewoonte die we als postmodern mens in een postmoderne maatschappij hebben ontwikkeld. Het individu staat daarin centraal. We willen als het ware iets oplossen door uitsluitend naar onze eigen ervaring te kijken (een kenmerk van een postmoderne identiteit), waarmee we ons eindeloos gevangen zetten en we zijn meer gevangen dan we door hebben. Zeker voor vrouwen ligt er een groot terrein braak dat nog ontgonnen kan worden.

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL